Augustinus’ visie: De liefde is God (Zaterdagnamiddag 8 december 2018)

door bisschop Lode Aerts.

Ook wij willen Augustinus vooral zelf aan het woord laten. Wij kunnen ons na eeuwen immers nog steeds in Augustinus herkennen. Vóór hij christen werd had hij een lange zoektocht achter de rug. Zeker, hij was christelijk opgevoed, maar hij zag daar als opgroeiende jonge man maar weinig in. Hij was lange tijd aanhanger van het manicheïsme, wat in een aantal opzichten lijkt op de hedendaagse oosterse religieuze stromingen. Jarenlang heeft hij het scepticisme verdedigd, omdat de waarheid hem onvindbaar leek. En als hij uiteindelijk christen werd, had dat alles te maken met de ontdekking van de Schrift en de persoonlijke God die hem aansprak en riep.[1] Bovendien leefde hij te in enorme cultuurcrisis. Hij maakte het einde mee van de Romeinse wereld, maar met zijn enorme geestkracht wist hij het waardevolle van de zieltogende Grieks-Romeinse cultuur te integreren in het christelijke geloof en het op deze wijze te bewaren.[2]

[1] Vgl. Chr. KOETSVELD, O schoonheid, zo oud en zo nieuw. Over christelijke spiritualiteit en de leer waarin zij wortelt, met de kerkvader Augustinus als gids, Kampen, Kok, 1992, 14-15.

[2] Vgl. L. NEWBIGIN, Truth to tell. The Gospel as Public Truth, Grand Rapids – Geneva, Eerdmans – Word Council of Churches, 1991, 15-39.

Bij Augustinus draait alles rond liefde en gemeenschap. De fundamentele oriëntatie in zijn eigen leven was vriendschap. Deze vriendschap heeft Augustinus jarenlang nagejaagd. Na een hele zwerftocht is Hij tot de ontdekking gekomen dat vriendschap hem uiteindelijk om niet gegeven wordt en wel door God zelf. Deze liefde van God heeft Hij leren kennen in Jezus en die ervaring wordt voor hem (overigens helemaal terecht) het vertrekpunt om het evangelie te verstaan. “God is liefde” (1Joh 4,8). Dat korte zinnetje uit de Johannesbrief wordt voor Augustinus het hart van heel de Schrift:

“Indien er (…) in de rest van de Schrift niets meer over de liefde stond dan alleen dit woord van de heilige Geest ‘God is liefde’, dan hoefden we niet verder te zoeken. Het zou voldoende zijn”.[1]

Voor Augustinus is de liefde niet enkel voldoende voor de Schrift. Ze is ook voldoende voor het leven. Het christelijk leven moet ten diepste door liefde gekenmerkt zijn. Volgens Augustinus hoeft de Kerk dan ook niet ver te zoeken naar een model: dat ligt kant en klaar in de gemeenschap van de eerste christenen te Jeruzalem. Zij bezaten alles gemeenschappelijk, ze waren eensgezind in het leven van elke dag en in hun gebed (vgl. Hand. 2,41-47).

[1]AUGUSTINUS, Preken over de eerste brief van Johannes, VII,4 (P.L. 35,2031).

Van zodra Augustinus de stap gezet had om christen te worden, stichtte hij een leefgemeenschap van gelijkgezinden waar deze liefde concreet beleefd kon worden. Na zo’n tien jaar ervaring van gemeenschapsleven schreef hij een bondige leefregel en de eerste woorden daarvan zetten meteen de toon:

“Allereerst moet u eensgezind tezamen wonen, één van ziel en één van hart op weg naar God. Want is dat juist niet de reden waarom u samen bent gaan leven? Bij u mag er geen sprake zijn van persoonlijk eigendom. Zorg er integendeel voor dat alles gemeenschappelijk is”.[1]

Die liefde in Christus is zo sterk, dat ze geen grenzen moet opwerpen ter beveiliging. Zo is ware liefde: zij is universeel en opent de mens uit zijn kleine cirkel. Zelfs de vijand wordt niet uitgesloten. Jezus wil niet dat “je alleen liefhebt wie jou liefheeft” (Mt. 5,46).

[1]IDEM, Regel voor de gemeenschap, I,2-3 (P.L. 32,1378).

De volledige tekst van de uiteenzetting van bisschop Lode Aerts is te bekomen via compaz.brugge@gmail.com

De namiddag werd afgesloten met een inspirerende liefdesboodschap en door meditatief citerspel.

Gedurende de namiddag waren er vele gelegenheden om elkaar te ontmoeten. De leden van de ondersteuningsgroep verleenden ook nu weerhun medewerking en zorgden o.a. voor het warm onthaal en goede verloop van deze namiddag.