Met COMPAZ starten we in het nieuwe jaar met een Augustinusleesgroepje ‘Tolle lege’. ‘Neem en lees’ zijn twee woorden die de zoekende Augustinus mee de weg wezen. Via het lezen van de zes hoofdstukken van het boek van Gabriël Quicke ‘Brug van Barmhartigheid’ willen we laagdrempelig kennis maken met de figuur van Augustinus en met dragende teksten van zijn christelijke levensvisie. Telkens worden eerst de grote lijnen van het hoofdstuk geschetst door Anne Desmet. Daarna staan we stil bij wat onduidelijk is en luisteren we naar wat ieder van ons nu treft. Vervolgens kijken we vanuit Augustinus’ bril naar onze Kerk of samenleving. Samen een boek lezen is zeker verrijkend. De avond sluiten we af met een hapje en een drankje aangeboden door de Zwartzusters.
ZEVEN GETUIGENISSEN VAN DEELNEMERS
GODS LIEFDE BLIJFT ONBESCHRIJFELIJK
Hoe boeiend was het te horen waarom elk van de twaalf deelnemers aan het Augustinusleesgroepje van COMPAZ aanwezig was op dinsdag 9 januari. Vele wegen kunnen leiden naar Augustinus: een boek en cd over Augustinus als geschenk krijgen, een trouwfeest op 28 augustus, een echtgenoot die August noemt, een uitnodigende affiche, de onmogelijkheid om alleen Augustinus’ werken te doorworstelen, de aantrekkingskracht van een verrijkend leesgroepje, de veelzijdigheid van Augustinus, het verdiepen van zijn geloof…
In het werk van Gabriël Quicke Brug van barmhartigheid staan veel citaten en gebeden van Augustinus. Een eerste kennismaking met Augustinus gebeurde in de kapel waar iedereen een stukje voorlas. Mediterend of biddend die teksten beluisteren was een eerste stap.
Vervolgens werd de inhoud van het eerste deel toegelicht door Anne Desmet. Daarna kon iedereen verwoorden wat onduidelijk of aantrekkelijk was of wat Augustinus ons vertelde over de Kerk of onze samenleving.
We sloten af met een hartelijke ontmoeting met elkaar rond een hapje en een drankje aangeboden door zuster Christine: een deugddoende ervaring met een hartelijke Kerk. Marie-Louise schrijft: ‘Tevreden gaan we naar huis. Gods Liefde blijft onbeschrijfelijk. Daarom blijven we – hier via Sint-Augustinus en Gaby Quicke – lezen en herlezen totdat deze realiteit ons draagt. Wij danken God.
DOOR MIJN DOOFHEID BEN JE HEEN GEBROKEN
Mijn eerste bewust contact met Augustinus was het lezen van zijn heel mooie poëtische ode aan God:
Veel te laat heb ik Jou lief gekregen…
binnen in mij was je, ik was buiten…
toen heb jij geroepen en geschreeuwd,
door mijn doofheid ben je heen gebroken… (p.12)
De kans om deel te nemen aan de Augustinus leesgroep van COMPAZ, kwam als een onverwacht geschenk. We vormen een kleine gezellige groep, en nemen per maand een hoofdstuk door van Gabriël Quicke’s “Brug van Barmhartigheid” als handleiding doorheen het denken van Augustinus. Elke deelnemer krijgt de kans om in alle eenvoud te vertellen welke woorden van de besproken tekst hem of haar raken.
We hebben tot nu 2 hoofdstukken doorgenomen, en wat mij steeds weer raakt in deze woorden van Augustinus, is dat God de mens eerst heeft liefgehad. God is vanuit de eeuwigheid in de tijd gekomen. God neemt het initiatief. God geeft ons de tijd, om ieder op ons eigen ritme tot inzicht en tot Hem te komen. Het komt erop aan je te laten bekijken door God en je te warmen aan zijn blik. Het is de weg naar onszelf die leidt tot God en zo naar de anderen.
Bij het doornemen van deze teksten voel je dat de woorden van Augustinus een belangrijke basis van onze cultuur vormen, en een blijvende inspiratiebron voor onze toekomst. Luce W.
ZONDER LIEFDE VOOR DE MENS
IS ONZE LIEFDE TOT GOD NIET ECHT
De derde bijeenkomst op 20 maart handelde over het boek Brug van Barmhartigheid van Gabriël Quicke, waar de auteur zich bezint over hoe God in zijn erbarmen de mens omarmt . Hij doet dit in dialoog met Augustinus voor wie misericordia een centraal theologisch gegeven was in zijn Belijdenissen, zo leerden wij de eerste avond. Door zijn bekering was God voor Augustinus niet langer dat afstandelijk neoplatoons opperwezen maar een persoonlijke God die zelf op zoek gaat naar de mens: dit was het onderwerp van ons tweede samenzijn. Hierbij trad zijn Zoon op als mediator tussen God en mens, en dit werd dus het onderwerp van deze avond. Christus is het aangezicht (vultus) van God. Overigens was Misericoridae vultus, Het gelaat van barmhartigheid, ook de titel van de pauselijke bul om het gelijknamige jaar in te luiden.
Nu laat een christologie die louter gebaseerd is op erbarmen wel wat leemtes na en dit liet zich gedurende de avond nu en dan wel eens voelen. Eerst kregen wij enkele afbeeldingen van Christus te zien en mocht iedereen vertellen wat haar of hem meest aansprak. De goede herder, de bedienaar van het woord, de lijdende Christus, de voetwassing, de barmhartige Samaritaan… de keuze vertelt evenveel over de kiezer als over Christus zelf. Maar hoe dan ook, het zijn dezelfde allegorische beelden die Augustinus gebruikte in zijn preken. De apostels waren vissers en dus was het hout van het kruis ook het hout van de ark, die de mensen redde en hen liet wandelen over het water. Christus was geneesheer, niet verwonderlijk voor een man als Augustinus die als ziek kind al de dood van dichtbij moest ervaren. In zijn genade is God liefde en is liefde God.
Twee boeiende punten van discussie. ‘Zonder liefde voor de mens is onze liefde tot God niet echt. Zonder de liefde van God is onze liefde voor de mens machteloos’ p.47. Dit herinnerde ons aan de woorden van Marcel en (het gelaat van) Levinas. Maar een vraag uit de groep luidde: ‘Is vriendschap zonder God dan niet even authentiek?’ Een antwoord op deze vraag lezen wij bij Augustinus wanneer hij zijn wanhoop beschreef over de dood van zijn vriend: hij was troosteloos omdat hij zijn vriendschap nog niet zag als een teken van de liefde van God die over de dood heen gaat. En wat betekent het dat Christus stierf voor onze zonden? Moeilijke vraag, maar misschien vinden wij een begin van antwoord in het feit dat Pinksteren en dus ook het ontstaan van de Kerk getriggerd werd door het lijden van de Heer, wat de apostelen tot nieuwe geloofsinzichten en -daden bracht. Zonder lijden, geen Pinksteren, zonder Pinksteren, geen Kerk. Jezus is dus gestorven voor zijn Kerk.
Daarom gebruikt Augustinus het beeld van de totus Christus, de hele Christus samen met zijn Kerk. Bij het ontbijt nodigt de verrezen Heer de apostelen uit zelf hun gevangen vis mee te brengen. De gedeelde maaltijd is een allegorie voor de gedeelde verantwoordelijkheid die Christus nu aan zijn Kerkgemeenschap doorgeeft. Mooie uitsmijter: vis is in het Grieks ἰχθύς en dit is een vijfletterwoord of anagram voor Ιησους Χριστός Θεου Ὑιός Σωτήρ: Jezus Christus, Zoon van God, Redder. Het eerste logo, van een ontluikende Kerk, en over deze Kerk willen wij ons bezinnen de volgende avond. Peter D.
KERK ALS BRUG VAN BARMHARTIGHEID
Indrukken van een deelnemer aan een Augustinusleesgroepje van het boek van Gaby Quicke: Brug van Barmhartigheid
Na de lezing van citaten van Augustinus en het horen van een degelijke korte inhoud van hoofdstuk 4 gebracht door Anne, was het voor iedereen duidelijk waar Augustinus zijn accenten wou leggen. Wij allen, gegrond in de christelijke traditie, zijn bouwstenen van de Kerk die als huisbewaarster, geroepen is om naar het voorbeeld van Christus een brug van barmhartigheid te zijn tussen God en mens, tussen mensen onderling, en tussen de verschillende aspecten in onszelf.
- De materiële als de geestelijke werken van barmachtigheid kwamen eerst aan bod. Specifiek verwijst Augustinus naar de aalmoes van je hart en van je bezit; twee werken van barmhartigheid, die voor ons niet meteen duidelijk waren: “Geef en jou zal gegeven worden” … “vergeef en jou zal vergeven worden” of “spreek vrij en je zult vrijgesproken worden”.
- Een bijzonder accent in barmhartigheid was gastvrijheid, als vorm van luisteren. Van Augustinus onthouden wij: “Ik zal dus nu eerst iets zeggen over deze, onze plicht, … vlug te zijn om te luisteren, en ons lang te bedenken voordat wij spreken”. En nog: “Wat ongeloof had weggenomen, gaf gastvrijheid terug”.
- Het laatste aandachtspunt was: “Wees vredelievend, want je moet eerst vrede in je eigen hart hebben, als je anderen vrede wilt brengen” … om zo de vrede te vergroten. Augustinus was een bruggenbouwer!
Deze drie benaderingen van Augustinus riepen bij ons vragen op:
- Hoe “vreemdelingen opvangen”? Hoe gaan we om met deze stormloop?
- Welke activiteit wordt van ons verlangd, wanneer we het hebben over “verzoening en vergeving”?
- De Kerk als huisbewaarster. Hoe kunnen wij deze christelijke traditie, de weg naar een volwassen kerkgemeenschap als volleerde bruggenbouwster, verderzetten en aan de jonge generatie doorgeven.
Wij stelden ons als leden van de Kerk van Christus de vraag: ‘Hoe kunnen we die noden het best aanpakken, met welk aspect van Augustinus’ benadering kunnen we beginnen?’
- Na een lang moment van stilte kwam Marie-Louise met veel eenvoud aan het woord. Laten we allen starten binnen een kleine gemeenschap, ieder als het ware voor eigen deur, doch met een soliede kern, waar elk middel om te komen tot een brug heel belangrijk wordt; stapsgewijs verder bouwen aan kleine bruggetjes. Voorbeelden genoeg: de brug tussen haar en overleden echtgenoot; de brug naar de jongeren toe; de brug naar een stervende; de brug naar vreemden…. Vanuit die kleine kern werden de materiële en geestelijke werken van barmhartigheid zo levendig. Elk betoog leek overbodig.
- Op de vraag: welke activiteit houdt verzoening in, gaf Anne een voorbeeld; dat zich verzoenen met een bepaalde toedracht geen eenvoudige opdracht is. Het vereist ook een overtuigende houding ter bevrijding van onszelf als slachtoffer, opdat de feiten ons niet langer blijven achtervolgen.
- Over de Kerk als huisbewaarster had Augustinus ons reeds gewaarschuwd, dat zij niet de meesteres is van het huis van de Heer. De Kerk zien wij vooral als de gemeenschap in Christus, want sommigen hebben in onze Kerk toch een probleem met het instituut “Kerk”. Het instituut en het gezag is nodig voor haar werking, maar niet om zich halsstarrig vast te houden aan macht. Daartegenover groeit in een volwassen kerkgemeenschap het besef, dat we alle vervreemding kunnen overwinnen door de juiste combinatie tussen geloof en verstand. En hier helpt Augustinus ons: “intellige ut credas, crede ut intelligas”, vrij vertaald: “begrijp om te geloven, geloof om te begrijpen”. Hij bedoelt zeker geen rationalisatie van onze geloofsinhoud, maar misschien wel een zekere verantwoording van ons geloof. Deze houding vraagt van ons, een voorbeeldfunctie, om iets voor anderen te betekenen en om in een vruchtbaar gesprek te treden met een jonge kritische generatie.
Wij danken zuster Christine voor de gastvrijheid, allen voor hun positieve inbreng en in het bijzonder Anne voor haar tijd en haar inhoudelijke en waardevolle begeleiding. Ludo W.
Dinsdagavond 8 mei 2018 kwamen we met het Augustinusleesgroepje terug samen rond hoofdstuk 5 van het boek van Gabriël Quicke De Brug van Barmhartigheid.
Vooreerst hartelijk dank voor de vriendelijke ontvangst in de zonnige tuin en voor de verzorgde tafel na onze bespreking. Ik ben er zeker van dat iedereen van onze groep tevreden is over de –alweer – mooie bijeenkomst.
Als inleidende vraag mocht ons groepje zich bezinnen over “het woord Kerk”: Waaraan denk ik als ik dat woord hoor? Welke vraag stel ik? Wat hoop ik?
Tegen die achtergrond werd dan het thema: ‘De Kerk als Moeder’ besproken.
- Sint Augustinus verduidelijkt de gedachte van de spirituele geboorte van een christen. Na de eerste geboorte uit onze ouders worden we door ons doopsel opnieuw geboren als Kind van God, onze Vader. Dan voedt de Kerk ons met haar kracht, liefde en geloof, het Oude en Nieuwe Testament, het Brood van Leven, het dubbelgebod van de liefde en de sacramenten.
- Die liefdevolle Moeder is zorgend. Met een teder hart ontvangt zij iedere mens. Zij oordeelt en veroordeelt niet. Augustinus schrijft: ‘De Kerk moet gretig vergeving schenken’.
- Die liefdevolle Moeder is uitnodigend. Wij mogen Christus in ons laten gebeuren, groeien en leven. Augustinus verwoordt: ‘Zoals jullie kinderen zijn geworden toen jullie geboren werden zo kunnen jullie ook moeders van Christus zijn door anderen te laten geboren worden’.
- De Kerk als Moeder is in staat bruggen te bouwen en eenheid te bewerken. De universaliteit van de Kerk ligt voor Augustinus, ook in zijn dialoog met de Donatisten, in een Kerk die niemand uitsluit.
Om een persoonlijk getuigenis te geven in alles wat we doen, kunnen we geïnspireerd door de oproep van de paus om heilig te worden in het dagdagelijkse o.a. hierop letten:
- Helemaal jezelf worden en zijn, zonder God te beperken tot je eigen denken en kunnen.
- Niet meedoen aan kwaadsprekerij.
- Waakzaam blijven voor de talloze verleidingen.
- De zaligsprekingen en de Bergrede actualiseren.
- Al ontkomt niemand aan het kruis, een christen mag leven met vrede en vreugde.
Marie-Louise V.
DE KRACHT VAN AUGUSTINUS’ WOORDEN
Enkele dagen geleden kwam, in de namiddag, een klein Augustinusleesgroepje van COMPAZ samen ‘in het huis van een van de leden’, in het Genthof 15 te Brugge.
De bijeenkomst verliep volgens een vast patroon – eerst een diepgaande en gedeelde persoonlijke verkenning van het onderwerp, dan een meditatief beluisteren van teksten van Augustinus, vervolgens een uiteenzetting over het boek: ‘Brug van Barmhartigheid’ van Gabriël Quicke om tenslotte af te sluiten met een reactie over wat ons in de lezing had aangesproken.
Wij zouden twee hoofdstukken lezen: ‘God, bron van Barmhartigheid’ en ‘Christus is het gelaat van de Barmhartigheid van de Vader’. Wij hebben slechts één hoofdstuk gelezen.
Toen wij poogden te verwoorden wat ons geraakt had in dit eerst hoofdstuk, ontspon er zich een levendig gesprek over hoe wij deze Barmhartigheid van God ‘handen en voeten’ kunnen geven in deze wereld, in woord en daad. Sommigen die professioneel met godsdienst bezig zijn, merkten op hoe moeilijk het wordt God nog ter sprake te brengen. Anderen, die beroepshalve ademen in een seculiere wereld, vroegen zich af of woorden moeten en daden ook niet veelzeggend kunnen zijn. Allen waren het er roerend over eens dat, of er gesproken of gehandeld wordt, het zal geschieden vanuit dezelfde inspiratie.
‘Toen de avond begon te vallen’ en afgesloten moest worden, zei iemand: ‘tijdens het spreken’, nog nooit zo’n hartverwarmend ervaren te hebben beleefd. Daarop antwoordde de oudste en de wijste van de groep, de lieve zuster Marie-Thérèse: ‘Ja waar twee of meer in Mijn Naam samen zijn daar ben Ik in hun midden’.
Het deed mij denken aan een ander verhaal, het verhaal van die twee leerlingen die afdropen. Toen zij, in de avond, ontgoocheld aanzaten en spraken met een vreemde genodigde, gingen hun de ogen open, stonden zij in kracht op en gingen weer op weg, in de morgen, overtuigd dat spijts zoveel, toch niet alles zinloos is. Rob J.
DRAAG DE BRON VAN LIEFDE IN JE HART
… want uit de liefde kan niets anders dan goed voortkomen’.
Verschillende mensen werden getroffen door deze uitspraak uit het boek Brug van Barmhartigheid. Dinsdag laatstleden was het de zesde en laatste keer dat we rond dit boek samen kwamen. Vanuit het bekijken van twee kortfilmpjes rond barmhartigheid, verwoordden wij welk aspect van barmhartigheid ons nu trof: ‘nederigheid, vijanden vergeven, goed doen los van wat je terugkrijgt, Gods aanwezigheid in ons hart, samen de weg van barmhartigheid gaan om te voorkomen dat je ook mee de diepte ingetrokken wordt, enz’. Naast de grote lijnen van het boek vonden we toch nog eigen accenten in de epiloog. Een van de vele voorbeelden: ‘Gerechtigheid en vrede zijn twee vriendinnen, ze omhelzen elkaar. Als je niet houdt van de vriendin van de vrede, zal vrede ook niet van jou houden en niet naar je toekomen’.
We sloten de avond af met doorleefde Augustijnse gastvrijheid en verbondenheid, samen aan tafel met een croque-monsieur en wat groentjes. Dankbaarheid vervulde ons hart, zoveel werd ons gegeven in het samen op weg gaan rond de spiritualiteit van Augustinus.
Velen willen er in het najaar terug bij zijn als we een reeks van vier dinsdagavonden en ook 4 woensdagnamiddagen organiseren rond het thema: ‘Met Augustinus op weg door de seizoenen van het leven’. Misschien ook iets voor jou? Welkom! Wordt vervolgd!