Kerstmijmering

Mijmerend zit ik bij mijn kinderlijke kerststal die mij aanspreekt
omdat hij uit een Heilig Boek tevoorschijn treedt.

Het zo lang verwachte mensgeworden Woord
wordt ook dit jaar
uit pure menslievendheid aan ons geschonken.

Met een hart vol verlangen, vol vreugde, vol verwondering
kom ik dichterbij
en dank voor zoveel overvloedige genade op genade
ons telkens weer gegeven.

Maria, beantwoordde Gods roeping om de moeder van de langverwachte Immanuel te worden,
Jozef luisterde naar zijn dromen en stond op om Maria en de Pasgeborene te beschermen
tegen alle machten en krachten van het kwaad.

In dit hemels gezelschap word ik stil
en breng bij Hen de vele mensen, waar ook ter wereld,
die gebukt gaan onder zovele vormen van lijden
en die smachten naar liefde, licht, hoop en toekomst.

En ik vraag Hen om deze nacht overvloedig geschenken uit te delen,
aan iedereen…
zodat ze mogen ervaren dat uiteindelijk niets voorgoed hopeloos is,
omdat God ook nu ons mensenleven en onze mensengeschiedenis binnenkomt.

Het hoe en wanneer laat ik aan Hem over,
Deze avond schenk ik Hen alleen
mijn nederig vertrouwen,
mijn liedevolle blik,
mijn schroomvolle aanbidding.

Zalig Kerst aan elk van jullie, tochtgenoten onderweg.