Het zijn deze week dan toch weer online Augustinusleesgroepjes geworden uit zorg voor de gezondheid van een ieder. Online is het anders… maar toch. Wat de auteur ons aanreikte over ‘Augustinus onze tijdgenoot’ en de ‘spiritualiteit van de vreemdeling’ was zeker hartverwarmend.
Een deelneemster laat ook jou delen in wat zij meedraagt van deze bijeenkomst. Benieuwd?
We kwamen opnieuw samen om op weg te gaan met Augustinus, digitaal in deze bijzondere tijden maar niet minder verbonden. We stonden stil bij het ‘rusteloze hart’ van Augustinus en van ons als christen. Vanuit zijn eigen levenservaring, deelt Augustinus in een spiritualiteit van het op weg gaan als christen, van het steeds onderweg zijn.
Waar zijn we als christen naar onderweg? Ons ‘gaan’ is geen doelloos zwerven. We zijn als christen steeds onderweg met een perspectief voor ogen: we richten ons op een land voorbij de horizon, op onze thuis bij God, de ‘stad van God’, op God zelf, zo dichtbij en toch ook altijd de Andere. In deze stad kunnen we tijdens ons aardse leven echter nog niet ten volle thuiskomen, wat ons steeds het gevoel kan geven ‘vreemdelingen’ te zijn op deze aarde. Het op weg gaan als christen brengt soms een onrust met zich mee, ervaren we.
En toch. En toch gaan we op weg in de richting van dat land omdat Iemand ons roept, zonder concreet te weten hoe dat land er exact uit zal zien, waar die weg heen zal leiden in ons leven of wat er precies achter de horizon ligt. We gaan de weg met een brandend verlangen en met vertrouwen in ons hart dat God met ons meegaat en ons thuis zal brengen in zijn Land. Hoewel deze weg geen gemak belooft, mogen we erop vertrouwen dat ze een diepe, vervullende vreugde zal schenken. “Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U”, schreef Augustinus. Augustinus was er met zijn leven een getuige van en werd een oase van hoop voor velen. Tot welke (kleine) stap op deze weg weet jij je vandaag geroepen? L.D.