Deze morgen was ik blij verrast door het onderstaand artikel van Inge Schelstraete in De Standaard dat de titel draagt: “En zeg nu: ik ga het nooit meer doen”.
https://www.standaard.be/cnt/dmf20220406_97663655
Misschien komt die titel wel in de buurt van wat Jezus zegt: “Ga heen en zondig niet meer”. Ook de commentaar van Augustinus op de eerste brief van Johannes raakt de gevoelige snaar van wat zovele mensen aanvoelen: het kan toch niet dat iemand in zijn gedrag verregaand de ander kwetst, en dat hij zelfs op een handige manier zijn schuld probeert te ontkennen en de geleden schade niet herstelt. Herken je de innerlijke pijn, woede, onmacht of het verdriet van wie het meemaakte?
Vol vuur en vlam riep Augustinus uit:
“De mens mag wel nooit zeggen: laten we gerust zondigen en doen wat we willen, Christus zuivert ons toch. Zeker, Hij die getrouw en rechtvaardig is, zal uw zonden vergeven, op voorwaarde dat u niet tevreden zijt over uzelf én uw levenwijze verandert”.
En daar knelt het schoentje, Inge Schelstraete geeft vele hedendaagse voorbeelden van mensen die hun fout niet oprecht toegeven, niet gemeend sorry zeggen en niet van harte bereid zijn om de geleden schade te herstellen.
Misschien kunnen we in deze sterke tijd naar Pasen toe, ook voor onze eigen deur vegen, ons eigen huis schoonmaken en onze schuld bekennen tegenover God en onze naasten. Misschien helpt ons dat om gemakkelijker sorry te zeggen aan onze medemens en om dat kwalijke gedrag nooit meer te doen. In de stilte van ons hart, maar ook op bedevaartsplaatsen, in paterskerken of tijdens een verzoeningsviering in de Goede Week kunnen we iets smaken van de ervaring van Alice Nahon: “’t is goed in ’t eigen hart te kijken…”.