Wat de mens gelukkig maakt
Wat de mens gelukkig maakt,
komt niet van hemzelf,
maar van iets dat hem overstijgt.
Augustinus
Voor Augustinus is één de hem meest aansprekende Evangeliespassages, het verhaal van de Storm op het meer. Ook paus Franciscus neemt die passage, uit Matteus 14,22-23 als leidraad voor wat hij schrijft over de wereldgebedsdag voor roepingen, op 3 mei 2020. Voor wie geen Bijbel bij de hand heeft, hier is een link van die passage
https://www.gewijderuimte.org/node/186484
Mag ik jullie, ter bemoediging midden jullie leven zoals het nu is, een stukje uit dit commentaar van paus Franciscus op onze levensroeping delen?
De Heer roept ons omdat Hij ons, net zoals Petrus, in staat wil stellen over water te lopen, dat wil zeggen ons leven in handen te nemen om het in dienst van het Evangelie te stellen, elke dag opnieuw, op de concrete manieren die Hij ons laat zien, vooral in de verschillende roepingen als lekengelovigen, priesters of gewijde personen. Maar we lijken op de apostel Paulus: we voelen ons verlangen en ons elan, maar tegelijkertijd zijn we getekend door zwakheden en angsten.
Maar zelfs in onze zwakheid en armoede stelt het geloof ons in staat naar de verrezen heer toe te gaan en zelfs stormen te overwinnen. In feite steekt Hij zijn hand uit, als we door vermoeidheid of angst riskeren te zinken. Hij geeft ons de stuwende kracht die we nodig hebben om onze roeping met vreugde en enthousiasme te beleven.
Ik ken uw vermoeidheid, uw eenzaamheid die soms uw hart belast, het risico dat de dagelijkse sleur die beetje bij beetje het brandende vuur van de roeping blust, de last van de onzekerheid, de huidige precaire sitautie en de angst voor de toekomst. Goede moed, wees niet bang! Jezus staat aan onze kant, Hij steekt zijn hand uit en grijpt ons vast om ons te redden.
En dan, zelfs midden de golven, opent ons leven zich voor lofprijzing. Het is een uitnodiging om de innerlijke houding van de Heilige Maagd Maria te cultiveren: dankbaar voor de blik waarmee God haar aankeek, gaf ze Hem vol vertrouwen haar angsten en ontreddering en nam moedig haar roeping op zich – zo maakte ze van haar leven een eeuwige lofzang op de Heer.
Misschien kunnen we elkaar en ook vele anderen, ook jonge mensen, meenemen in ons gebed, zodat we allen samen, ook nu dag na dag, mogen ingaan op wat het Leven en de Liefde nu van ons vraagt!